Tanden poetsen
Goed poetsen!
Een goede mondhygiëne is belangrijk voor een gezond gebit. De tanden en kiezen moeten minstens drie keer per dag goed gepoetst worden. Tijdens een orthodontische behandeling is het extra belangrijk om goed te poetsen omdat etensresten achter de beugel kunnen blijven zitten. Als er niet goed genoeg gepoetst wordt, kunnen blijvende ontkalkingen (witte vlekken) in het glazuur of gaatjes ontstaan. Bovendien kan het tandvlees ontstoken raken. Mocht het reinigen toch te wensen overlaten, dan zullen we u hierop wijzen en dit proberen bij te sturen. Bij slecht poetsende kinderen sturen we in die situatie een ondertekende brief naar de ouders/verzorgers. Wanneer de mondhygiëne, ondanks herhaalde instructies, toch niet verbetert en de kans op blijvende schade te groot wordt, besluiten we soms de beugelbehandeling voortijdig stop te zetten. Tanden met een vaste beugel moeten op een andere manier gepoetst worden dan tanden zonder beugel. Gebruik een gewone tandenborstel of een elektrische tandenborstel met een kleine borstel met zachte haren. Poets met een tandpasta met fluoride. Gebruik ook kleine ragertjes om tussen de tanden en de beugel te poetsen.
Fluoride spoeldrank
Patiënten die behandeld worden met vaste apparatuur (slotjesbeugel) moeten ook spoelen met een drankje met fluoride. Dit versterkt het glazuur en beperkt het risico voor ontkalkingen en gaatjes. Iedere avond na het poetsen moet twee minuten met het drankje gespoeld worden. De spoeldrank moet daarna uitgespuugd worden. De orthodontist geeft een recept aan de patiënt en zijn ouders of verzorgers. Zij halen de spoeldrank bij de apotheek. Als de spoeldrank op is, moet de patiënt aan de orthodontist een herhalingsrecept vragen.
Poetsinstructie
Resultaat
Kijk in de spiegel of de tanden en de beugel goed schoon zijn. Gebruik af en toe een zogenaamde plaqueverklikker om te controleren of de tanden helemaal schoon zijn. Dit zijn rode tabletten die etensresten of tandplak rood kleuren. De plaqueverklikkers zijn verkrijgbaar bij iedere drogist.
Succes met poetsen !!
Eten en drinken
Doe een uitneembare beugel altijd uit als je gaat eten. Heb je een vaste beugel in je mond, voorkom dan bijten op harde en kleverige dingen. De beugel kan hierdoor verbuigen, losraken of zelfs afbreken. Enkele voorbeelden van dingen die je beter niet kunt eten met een vaste beugel zijn toffee, zuurtjes, pepermunt, drop en kauwgom. Maar ook met harde appels, pizzakorst, rauwe wortels, maïskolven en spareribs afkluiven moet je voorzichtig zijn. Drinken van frisdrank met prik is voor de beugel zelf geen enkel probleem, maar voor je tanden (ook als je geen beugel hebt!) niet al te best. De zuren in frisdrank maar ook in vruchtensap, zijn niet goed voor het tandglazuur. Dit, in combinatie met het hoge suikergehalte, verhoogt de kans op schade aan je tanden en kiezen. Hoe langer en vaker het tandglazuur met zuur in aanraking komt, hoe sneller het wordt aangetast. Frisdrank, maar ook vruchtensap, kan daarom het beste snel achter elkaar worden opgedronken om het aantal en de duur van zuuraanvallen op het gebit beperkt te houden. Gebruik bij voorkeur een rietje.
Voorbeeld van schade veroorzaakt door teveel suikers en slechte mondhygiëne, klik hier.